Denken en cultuur

Rinus Kiel heeft bij leven sinds 2000 op zijn website een overzicht gegeven van denken en cultuur in Europa. Het toont dat het Europese denken en de ontwikkeling van wetenschap sterk hebben geleund op Griekse denkbeelden en dit nog steeds doen. Betreffende Griekse denkers hadden echter afstand genomen van de schriftelijke overlevering uit eerdere tijd, die bewaard is gebleven binnen het volk Israël. Het werk van Rinus Kiel onderstreept de noodzaak om het huidige wetenschappelijke denken te heroverwegen in het licht van vergeten overlevering - zoals dat in tweemodellenmusea kan plaatsvinden. 

Op www.rinuskiel.nl kun je lezen in Denken en wetenschap in onze cultuur. In 11 paragrafen kom je langs 1 Wortels van denken, 2 Kerk en Plato, 3 Middeleeuwen, 4 Renaissance, 5 Reformatie, 6 De Wetenschap, 7 De Verlichting, 8 God vs god, 9 De 18e/19e eeuw, 10 Denken 20e eeuw, en 11 Afsluitend.

Hiernaast slechts drie van vele mogelijke voorbeelden van thema's die van twee kanten kunnen worden belicht. Ook het thema De Galerij van de Mens in bovenstaand Belgisch Museum voor Natuurwetenschappen (filmpje1) kan de evenknie laten zien, zoals studenten aangeven in filmpje 2.

Voorbeeld vergelijking: Ontstaan cacaoplant

Volgens evolutie

Eerst geen leven

Door abiogenese ontstaat de eerste cel (waterige omgeving/zee) (4,6 miljard jaar geleden)

Deze cel neemt door endosymbiose cyanobacterie op -> wordt chloroplast

Ook neemt deze cel door endosymbiose een eenvoudige bacterie op, die mitochondrium wordt.

De cel krijgt een kernmembraan, dus verandert van prokaryoot in eukaryoot.

Nu is een eencellige plantaardige cel ontstaan (alg).

Ontwikkeling meercelligheid -> meercellige plant            

Sommige van deze planten komen op het land -> landplanten (430 miljoen jaar geleden)

Ontwikkeling bloemen met vruchten (300 miljoen jaar geleden)

Zonder aantoonbare voorgeschiedenis zijn de bloemplanten opeens in het Krijt aanwezig, een “abominable mystery” aldus Darwin. Bloemplanten waaronder de Magnoliidae worden er veelvuldig aangetroffen, in een grote diversiteit.

Geslacht Theobroma ontstaat in het Mioceen (10 miljoen jaar geleden), volgens de meest aannemelijke fylogenetische stamboom.

Binnnen dit geslacht ontstaan ongeveer 20 soorten, waaronder de cacaoboom Theobroma cacao. De cacaoboom is onderdeel geworden van de cultuur van Bolivia, Brazil North, Brazil Northeast, Brazil Southeast, Brazil West-Central, Colombia, Costa Rica, Ecuador, French Guiana, Guyana, Hondurus, Mexico Southeast, Nicaragua, Panamá, Peru, Suriname en Venezuela.

Opgravingen tonen de belangrijke plaats in de Mayacultuur in onze jaartelling, onder meer in de vorm van keramiek (600-900 CE) en als betaalmiddel (1000-1400 CE).

Vergelijk de evenknie:

Rekening houdend met Bijbelse overlevering: 

Schepping van planten ‘naar hun aard’ (Gen.1:29)=in diverse basistypen (ca. 5299 v.Chr.)

Waaronder de subklasse van de Magnoliidae, de orde van de Malvales, waarbinnen de  bloemplantenfamilie Malvaceae (in oudere systemen genoemd de familie Sterculiaceae).

Bij de schepping schiep God een aantal basistypen met daarin veel genetische opties. Het genoom van een basistype is zeer uitgebreid, met genetische paden die in de loop van een  beperkt aantal reproductiecycli uitgeschakeld kunnen worden of aangeschakeld kunnen blijven (genetische uitwaaiering, ook aangeduid als micro-evolutie). Fenotypisch gevolg is het ontstaan van nieuwe geslachten met daarbinnen soorten. Dit heeft zich waarschijnlijk in de twee millennia vóór de zondvloed voor een belangrijk deel voltrokken. Zo kon binnen deze familie het geslacht Theobroma ontstaan.

In de aardlaag Krijt worden fossielen van bloemplanten waaronder de Magnoliidae veelvuldig aangetroffen, in een grote diversiteit. Dit is de eerste aardlaag waarin deze bloemplanten terecht kwamen tijdens de zondvloed en bewaard bleven (ca. 3037 v.Chr.).

Na de zondvloed kon een deel van de plantendiversiteit zich herstellen en zijn we er getuige van dat binnen het geslacht Theobroma ongeveer 20 soorten ontstaan/bestaan, waaronder de cacaoboom Theobroma cacao.

De cacaoboom kon na de zondvloed onderdeel worden van de cultuur van Bolivia, Brazil North, Brazil Northeast, Brazil Southeast, Brazil West-Central, Colombia, Costa Rica, Ecuador, French Guiana, Guyana, Honduras, Mexico Southeast, Nicaragua, Panamá, Peru, Suriname en Venezuela.

Opgravingen tonen de belangrijke plaats in de Mayacultuur in onze jaartelling, onder meer in de vorm van keramiek (600-900 n.Chr.) en als betaalmiddel (1000-1400 n.Chr.).

Voorbeeld vergelijking: Ontstaan Urk

Volgens evolutie  

Urk bestaat uit een bult keileem, die een overblijfsel is van een van de ijstijden:

Het voortbewegende gletsjerijs bracht vanuit Scandinavië keien naar lagere breedte en op de plaats van de eindmorenen was dit een hele stuwwal.

Urk is zo’n stuwwal en is daardoor als eiland in de vroegere Zuiderzee boven het water blijven uitsteken. 

De stuwwal werd het eerst zichtbaar toen het ijs wegsmolt in het begin van de warmere periode tussen 180.000 en 35.000 jaar geleden.

Dat was de tijd van de Neanderthalers als eerste bewoners (leefden van 430.000 tot 40.000 jaar geleden).

Daarna arriveerde de moderne mens Homo sapiens 35.000 jaar geleden, die zich voor een klein deel mengde (overgrote deel wereldbevolking ca. 2 % neanderthaler-genen, behalve in Afrika, daar 0%).

Een oud stuk gewei als gereedschap is op Urk gevonden, het eerste stoffelijke bewijs van menselijke aanwezigheid.

Rond 10.000 v.Chr. eindigt de laatste ijstijd, het Weichselien.

Eerst is de zeespiegel nog 8 m lager dan nu, maar door het smelten van het ijs stijgt deze en ontstaat de Noordzee.

Rond 5000 v.Chr. bewoning op hoge rivierduinen door Swifterbantcultuur, ook dichtbij Urk.

Waarschijnlijk werd Urk zelf een heilige plek voor uitvoering van ceremonies door de Trechterbekercultuur, jagers-verzamelaars (Hunebedbouwers).

Vanaf 4000 v.Chr. komen in de late steentijd nomadische veehouders met paard en wagen en hun kuddes uit midden-Europa, met Proto-Indo-Europese taal, die hemellichamen vereerden. Deze veehouders zijn melk-tolerant -> goede voeding, bevolkingsgroei ->tijdens Bronstijd maken loofbossen plaats voor weiden.

Tijdens IJzertijd betere gereedschappen->specialisatie, groeiende bevolking, ook permanente nederzettingen in de lagere, drassige veengebieden.

Rond 600 v.Chr. is veengebied Urk een landbrug naar Kamperland in het oosten en Noord-Holland in het westen. Ten zuiden van Urk ontstaat een groter meer, Almere.

Almere breekt door bij Enkhuizen; Urkerland wordt schiereiland.

Rond het jaar één komst Romeinen. 27 n.Chr. Friese opstand tegen Romeinen, omdat koeienhuiden (belasting) van de wilde aurochs moest zijn.

89 n.Chr. trekken Romeinen zich terug uit de moerasgebieden tot onder de Rijn. Germaanse honderdschappen en stammen, ook bij Urk, moesten zich strakker organiseren om staande te blijven in de nabijheid van de Romeinen, waardoor bijv. de Bataven en de Franken ontstonden.

Toen rond 400 n.Chr. het Romeinse Rijk uiteenviel in West-Europa, wilden de Franken hun rol in de Lage Landen overnemen.

Naarmate het waterpeil steeg in de Vroege Middeleeuwen werd Urk steeds meer een eiland.

Door aanleg van een dijk naar het vasteland in 1939, in het kader van de inpoldering van de Flevopolder, was Urk geen eiland meer. 

Vergelijk de evenknie:

Rekening houdend met Bijbelse overlevering: 

Urk bestaat uit een bult keileem, die een overblijfsel is van de ijstijd: de periode waarin een grote hoeveelheid land- en zee-ijs ontstond ca. 9 eeuwen na de Zondvloed. De Zondvloed vond plaats ca. 3037 jaar v.Chr. en was een wereldomvattende catastrofe, waardoor het toenmalige aardoppervlak verwoest werd en een onherkenbaar nieuw aardoppervlak met veelal een grote laag sediment ontstond. De hete oceanen van na de zondvloed zorgden eeuwen lang op het nieuw ontstane aardoppervlak voor een grote hoeveelheid neerslag op de polen. Geleidelijke afkoeling zorgde dat deze na verloop van tijd als sneeuw neerdaalde en sneeuwkappen ontstonden. Het sneeuwpakket stroomde langzaam naar gebieden op lagere breedte. Inslag van meteorieten ca. 2345 v.Chr. waarna de aardas instabiel werd en de neerslag op de polen intensiveerde, vormde mogelijk een trigger, waardoor wereldwijd een ijstijd ontstond en vele postzondvloedculturen verdwenen (“The 2300 BC Event”). Dendrochronologen plaatsen de ijstijd van ca. 2100 tot 1500 v.Chr.

Het voortbewegende gletsjerijs bracht vanuit Scandinavië keien naar lagere breedte en op de plaats van de eindmorenen was dit een hele stuwwal.

Urk is zo’n stuwwal en is daardoor als eiland in de vroegere Zuiderzee boven het water blijven uitsteken.

Ook in het Midden-Oosten was de kou van de ijstijd merkbaar in de vorm van sneeuwstormen, zoals blijkt uit het boek Job.

De stuwwal werd het eerst zichtbaar toen het ijs wegsmolt na de ijstijd.

Rond 1500 v.Chr. eindigt de IJstijd.

Eerst is de zeespiegel nog 8 m lager dan nu, maar door het smelten van het ijs stijgt deze en ontstaat de Noordzee.

Tot de eerste bewoners van deze streek na de Zondvloed behoren de Neanderthalers. Een ander menselijk ras, Homo sapiens, waartoe wij tegenwoordig worden gerekend, mengde zich voor een klein deel met dit eerste ras (overgrote deel wereldbevolking ca. 2 % neanderthaler-genen, behalve in Afrika, daar 0%).

Een oud stuk gewei als gereedschap is op Urk gevonden, het eerste stoffelijke bewijs van menselijke aanwezigheid.

Eerst bewoning op hoge rivierduinen door Swifterbantcultuur, ook dichtbij Urk.

Waarschijnlijk werd Urk zelf een heilige plek voor uitvoering van ceremonies door de Trechterbekercultuur, jagers-verzamelaars (Hunebedbouwers).

In de late steentijd komen nomadische veehouders met paard en wagen en kuddes uit midden-Europa, met Proto-Indo-Europese taal, die hemellichamen vereerden. Deze veehouders zijn melk-tolerant -> goede voeding, bevolkingsgroei ->tijdens Bronstijd maken loofbossen plaats voor weiden.

Tijdens IJzertijd betere gereedschappen->specialisatie, groeiende bevolking, ook permanente nederzettingen in de lagere, drassige veengebieden.

Rond 600 v.Chr. is veengebied Urk een landbrug naar Kamperland in het oosten en Noord-Holland in het westen. Ten zuiden van Urk ontstaat een groter meer, Almere.

Almere breekt door bij Enkhuizen; Urkerland wordt schiereiland.

Rond het jaar nul komst Romeinen. 27 n.Chr. Friese opstand tegen Romeinen, omdat koeienhuiden (belasting) van de wilde aurochs moest zijn.

89 n.Chr. trekken Romeinen zich terug uit de moerasgebieden tot onder de Rijn. Germaanse honderdschappen en stammen, ook bij Urk, moesten zich strakker organiseren om staande te blijven in de nabijheid van de Romeinen, waardoor bijv. de Bataven en de Franken ontstonden.

Toen rond 400 n.Chr. het Romeinse Rijk uiteenviel in West-Europa, wilden de Franken hun rol in de Lage Landen overnemen.

Naarmate het waterpeil steeg in de Vroege Middeleeuwen werd Urk steeds meer een eiland.

Door aanleg van een dijk naar het vasteland in 1939, in het kader van de inpoldering van de Flevopolder,  was Urk geen eiland meer.

Voorbeeld vergelijking: Ontstaan van Israël, Uittocht, Intocht

Volgens evolutie

Israël uit stammen in Kanaän ontstaan.

Vreedzame en geleidelijke infiltratie zoals ontwikkeld door A Alt (1925), uitgewerkt door M Noth (‘Duitse school’).

Of: de sociale revolutietheorie: de onderlaag van de bevolking zou in opstand zijn gekomen tegen de heersende klasse, ondersteund door enkele uit Egypte ontsnapte slaven (‘socialistische school’) .

Geen verblijf in Egypte, en daardoor ook geen Uittocht, geen feitelijke wetgeving op de Sinaï, geen Intocht in Kanaän.

In de tijd van Esra (terugkeer uit ballingschap) is de Thora geschreven.

 

Vergelijk de evenknie:

Rekening houdend met Bijbelse overlevering:

Ca. 1905 v.Chr. Abram geboren.

Komt op 75-jarige leeftijd met zijn vrouw Saraï in Kanaän; belofte dat zijn nageslacht 430 jaar later Egypte zal verlaten. Hij heeft dan nog geen zoon.

Abram trouwt ook met zijn slavin Hagar en krijgt van haar op 86-jarige  leeftijd zijn zoon Ismaël. 

Krijgt op 99-jarige leeftijd de naam Abraham, en Saraï de naam Sara, en krijgt als hij 100 is van haar zijn zoon Isaäk. Hagar en Ismaël gaan naar Egypte.

Isaäk wordt vader van Jakob.

Abraham trouwt na dood Sara met Ketura en krijgt nog zes zonen: Zimran, Joksan, Medan, Midian, Jisbak en Sua. Stuurt deze zonen naar het oosten, weg van Isaäk.

Jakob vader van 12 zonen.

Jakob krijgt nieuwe naam: Israël.

Jakob trekt naar Egypte; 215 jaar verblijf.

Uittocht 12 stammen uit Egypte in ca. 1400 v.Chr. o.l.v. Mozes.

Farao Amenhoteb II verdrinkt daarbij met zijn leger.

40 jaar in de woestijn o.l.v. Mozes; wetgeving op Sinaï.

Ca. 1360 v.Chr. intocht in Kanaän o.l.v. Jozua.

Ca. 1011-970 David koning.

Ca. 971-930 Salomo koning.

Ca. 967 start bouw 1e tempel, 440 jaar na Uittocht.

Ca. 586 v.Chr. Jeruzalem ingenomen en tempel verwoest; ballingschap Babylonië.

Terugkeer deel ballingen onder Esra en Zerubbabel; begin herbouw tempel.

Terugkeer deel ballingen onder Nehemia; herbouw Jeruzalem en tempel.